Terug naar: Instrumentarium
wit vlak
wit vlak Blokfluiten
pijl Geschiedenis
pijl Greepwijzen
pijl Nieuws
wit vlak
pijl Bassortiment
pijl Elektrische gitaren
pijl Akoestische gitaren
pijl Slagwerk
pijl Toetsen
pijl PA en recording
pijl Accessoires
wit vlak
wit vlak

Home » Instrumentarium » Blokfluiten


De blokfluiten

Met dank aan Herman Kaldeway voor zijn persoonlijke toelichting en bijdragen.
Met dank aan Piet de Meijer & Han de Meijer voor hun muzikale bijdragen.

De Hohner en Aura blokfluiten

6 maart 2004


Veel mensen van mijn generatie hebben, met name in hun lagere schooltijd, gespeeld op een sopraanfluit om deze nadien zo snel mogelijk weer weg te doen.

Omdat ik de muzieklessen op mijn middelbare school zeer enthousiast volgde en het vak uiteindelijk in mijn vakken­pakket opnam met als doel een conservatoriumvervolg bleef ik wel blokfluit spelen. Mijn aandacht ging hier aanvankelijk uit naar de - in mijn oren fraaier klinkende - altfluit. In die periode speelde ik ook bas(gitaar), die evenals de altpartijen in de bassleutel zijn geschreven.

Door mijn interesse voor de lage tonen, mocht ik van mijn muziekleraar overstappen op de basfluit. Ik kreeg een prachtig instrument met aanblaaspijp in bruikleen en participeerde in het blokfluitkwartet van de examenklas muziek.

De basfluit raakte ik bij het verlaten van de middelbare school uiteraard weer kwijt. De conservatoriumplannen gingen overigens ook van de baan. Wat bleef was mijn Oost-Europese Hohner altfluit met een dubbele barokke boring.

V.l.n.r.: Hohner Konzert sopraan, Aura sopraan, Hohner alt en tenor blokfluit | Foto: Frans de Meijer
V.l.n.r.: Hohner Konzert sopraan, Aura sopraan, Hohner alt en tenor blokfluit.

Voetstuk van de tenor blokfluit | Foto: Frans de Meijer


Jaren later kwamen daar de Hohner Konzert sopraanfluit, de Aura sopraan­fluit en de tenorfluit van mijn vrouw Carla bij.

De sopranen hebben een Duitse boring; de tenor een barokke boring. Van deze tenorfluit zijn jammer genoeg de kleppen verloren gegaan, waardoor het spelen van zuivere tonen niet meer mogelijk is.
Hoewel zeer ongebruikelijk in de muziekstijlen die ik thans speel, blijven de fluiten mij intrigeren. Wellicht is er ooit een keer een gelegenheid met een drietal muzikanten een kwartet te vormen. Hiervoor zijn uiteindelijk toch betere instrumenten nodig.
De Hohners worden sterk afgeraden; zelfs de plastic instrumenten worden nog geprefereerd. Een kwartet Denner blokfluiten van Mollenhauer kost in totaal toch zo'n € 1950 (een Mollenhauer Denner basfluit kost ± € 1080). Ik vrees daarom dat de blokfluiten nog vaak in hun cassette blijven liggen.

Terug naar boven


Geschiedenis

2 juni 2004


Als men het cantatewerk van Johann Sebastian Bach (1685-1750) chronologisch beluistert, dan valt het op dat hij vóór de lente van 1725 regelmatig gebruik maakt van (alt)blokfluiten. Omdat het instrument zwak van klank is ten opzichte van de violen en de hobo's, zet Bach er dan vaak twee tot vier tegelijk in.
Dit is bijvoorbeeld te horen in de indrukwekkende cantate «Herr Jesu Christ, wahr' Mensch und Gott» Klik hier voor een MP3-fragment (1,8 Mb) (BWV 127), waar de blokfluiten in de eerste aria de doodsklokken symboliseren. Deze cantate werd op zondag Estomihi (begin van de Lijdenstijd in de Anitrie traditie) - 11 februari 1725 - voor het eerst uitgevoerd.

Bach on bass | Animator onbekend
Johann Sebastian Bach (1685-1750)

In het voorjaar van 1725 kwam er kennelijk in Leipzig een goede traversospeler opduiken, want vanaf april 1725 wordt de traverso (een Barokke dwarsfluit) in het cantatewerk van Bach uitbundig toegepast, zij het dat af en toe ook nog wel blokfluiten terugkeren.

Het is dan ook goed mogelijk dat in de eerste versie van de Johannespassion in 1724 blokfluiten zijn ingezet, die in latere versies vervangen werden door traversi.

In de Mattheüspassion, gecomponeerd en voor het eerst uitgevoerd in 1727, wordt nr. 25 recitatief en koraal «O Schmerz, hier zittert das gequälte Herz» Klik hier voor een MP3-fragment (2,7 Mb) begeleid door twee altblokfluiten, twee oboi da caccia en basso continuo.
Bach zet hier net als zijn meeste tijdgenoten blokfluiten eenmalig als 'effect' in: hij gebruikt de "ietwat starre, weinig vibrerende klank" van de blokfluiten om het "van schrik verstijfd zijn" uit te drukken. De blokfluiten worden dan meestal bespeeld door een paar hoboïsten, die dat er dan even bij doen.

Heel mooi is Bachs blokfluitgebruik in het tweede en het vierde Brandenburgse Concert en in de cantate «Gottes Zeit ist der allerbeste Zeit» Klik hier voor een MP3-fragment (3,2 Mb) (Actus Tragicus; BWV 106). Bach past blokfluiten in ongeveer twintig cantates toe. Na ongeveer 1750 komen blokfluiten in de klassieke muziek niet meer voor, om in de twintigste eeuw weer van zich te laten horen.

In het begin van de vorige eeuw raakte instrumentmaker Arnold Dolmetsch geïnteresseerd in het in onbruik geraakte instrument. Hij bezat een kostbare Bressanfluit, die hij in 1919 kwijtraakte op het Waterloo Station in Londen. Aan de hand van zijn aantekeningen bouwt hij een nieuwe fluit en de eerste 20e-eeuwse blokfluit was een feit. Dolmetsch ging nu blokfluiten in series bouwen. In 1921 bouwde hij zijn eerste altblokfuit en vijf jaar later stelde hij zijn eerste blokfluitkwartet voor op het tweede Haslemere Festival. De fluiten waren gebouwd naar barokke voorbeelden in de heden ten dage nog steeds gangbare stemming: c", f', c' en f.

Vanaf de jaren '60 werd het instrument weer echt populair; niet alleen in de 'serieuze' muziek, maar zeker ook in de huiselijke en schoolse kring.

Blokfluitensemble FEW, ontstaan in 1976 uit een lesgroep van Herman Kaldeway (blokfluitdocent in Wezep) | Foto: Herman Kaldeway
Blokfluitensemble FEW, ontstaan in 1976
uit een lesgroep van Herman Kaldeway
(blokfluitdocent in Wezep).

Blokfluiten zijn er in alle soorten en maten. Het blokfluit­ensemble FEW gebruikt al zo'n 40 verschillende blokfluiten, waaronder (van klein naar groot):
  • picolino in c"' (Frans Twaalfhoven)
  • (gar) klein Flötlein (17 cm)
  • sopranino in f"
  • sopraan in c"
  • alt in f'
  • tenor in c'
  • bas in f
  • grootbas in c
  • grootbas in F (2,08 m)
  • contragrootbas in C
        (Paetzold; Adriana Breukink)
  • subcontragrootbas in F (Paetzold)
  • Blokfluiten zijn er met een Duitse, barokke (of oud-Engelse) en pentatonische boring, met en zonder kleppen, van hout of plastic en - waar het de basfluit betreft - met een geknikte hals of een aanblaaspijp.

    Verder zijn er nog speciale Renaissance-fluiten, barokfluiten in diverse stemmingen en geavanceerde moderne fluiten, als de drie octaven fluit van Maarten Helder.

    Terug naar boven


    Greepwijzen

    8 maart 2004


    De meeste muziekdocenten adviseren gebruik te maken van blokfluiten met een barokke greepwijze. Bart Spanhove: "Ze zijn juister geïntoneerd, alle greepswisselingen zijn mogelijk, ze bieden een beduidend betere kwaliteit. [...] Blokfluiten met Duitse greepwijze raad ik ten stelligste af. De argumenten hiervoor zijn legio. Slechts in één geval kan ik deze keuze verantwoorden, namelijk bij heel jonge kinderen [...] waarbij de barokke greepwijze wat stroef en onlogisch overkomt.".

    Duitse greepwijze | Tekening: Herman Kaldeway
    Duitse greepwijze

    De Duitse greep ontstond rond 1925. De Duitse instrumen­ten­bouwer Peter Harlan importeerde toen aantal Dolmetsch blokfluiten in Duitsland met het doel deze te kopiëren. Volgens een aantal Engelse tijdgenoten snapte echter niets van de oude greepwijze; hijzelf zei achteraf dat hij de greepwijze niet handig vond voor het beginonderwijs. Wat de echte reden ook mocht zijn, hij ontwierp fluiten met de "Duitse" greepwijze waarbij de vingers in de grondtoon­ladder zonder lastige 'vorkgrepen' na elkaar kunnen worden afgenomen. Dat deze fluiten bij het spelen van verhogingen en verlagingen op een gegeven moment intonatieproblemen kregen, waardoor het spelen op zulke fluiten toch weer erg lastig wordt, was toen nog niet duidelijk,...
    In het algemeen hebben blokfluiten met onderin het voetstuk dubbele gaatjes (voor de cis/dis op de sopraan- en de fis/gis op de altfluit) een barokke (Engelse) boring en blokfluiten enkele gaatjes onderin een moderne, Duitse boring.

    Barokke greepwijze | Tekening: Herman Kaldeway
    Barokke greepwijze

    Van oudsher hebben alten en bassen meestal een barok­boring. Uiteindelijk is het gemakkelijk te horen. Wanneer de vingers gewoon na elkaar opgetild kunnen worden om een toonbladder te spelen is de boring Duits.
    Bronnen (hele artikel):
    • Höweler 1972
      Xyz der muziek / Caspar Höweler. - 18e dr. - Bussum : De Haan, 1972. - 715, 20 p. : ill.
      ISBN 90-228-4903-1
    • Kaldeway [s.d.]
      De herontdekking van de blokfluit / Herman Kaldeway [Web document]. [s.d.]. [Geciteerd op 8 maart 2004]
    • Spanhove [s.d.]
      Enkele aspecten van het blokfluitspel / Bart Spanhove [Web document]. [s.d.]. [Geciteerd op 8 maart 2004]

    Wanneer dat heel vals klinkt, moet bij de f (sopraan) of bes (alt) een zogenaamde vorkgreep gebruikt worden om de toon zuiver te krijgen. In dat geval heeft de blokfluit een oude Engelse of barokboring.


    Terug naar boven


    Blokfluit in het nieuws

    9 maart 2007


    • Meesterlijke staaltjes instrumenttechniek (PDF)
      Stentor, 9 maart 2007
      Als er iemand is die vandaag de dag het negatieve imago van de blokfluit kan wegblazen is dat zeker Erik Bosgraaf. Wat hij aan klanken uit zijn instrument tovert! Bewegend als een slangenmens blaast hij erin, erlángs, benut alle gaten, laat zijn tong flatteren. Vooral in de moderne werken zoekt hij de grenzen van het onmogelijke op.
       
    • Blokfluit Ensemble (25 jaar) jubileert
      Stentor, 16 november 2006
      Loes Hartjes en het 25 jaar geleden door haar opgerichte Blokfluit Ensemble vieren zaterdag 25 november het jubileumfeest van 13 tot 20.30 uur in hotel Hampshire aan de Soerenseweg. Bert Honig van Brisk en Dinie Goedhart van de groep Flauto Nuovo zijn de gastdocenten voor de workshops op die dag.
       
    • Wederhoor: Blokfluit
      door Paul Witteman, Volkskrant, 28 oktober 2006
      Toen Paul Witteman, die muziekleraar wilde worden, aan het Amsterdamse conservatorium schoolmuziek ging studeren, moest hij zijn blokfluit meenemen. Het instrument, het spel van zijn medecursisten, en de te spelen "volkse wijsjes" konden hem niet echt bekoren. Hij brak zijn studie na een paar maanden af.
      Hij bleef 'allergisch' voor de blokfluit, tot hij "de openingsmaten hoorde van Bachs cantate Actus Tragicus (BWV 106)", een "intense ervaring van schoonheid" die zijn leven veranderde.
      Na een korte uiteenzetting over de verschillende soorten blokfluiten besluit Witteman met het optreden van het 13-koppige blokfluitensemble The Royal Wind Music, onder leiding van Paul Leenhouts.
      Beluister hier de cantate «Gottes Zeit ist der allerbeste Zeit» Klik hier voor een MP3-fragment (3,2 Mb) (Actus Tragicus; BWV 106).
       
    • Een mooi verhaal vertellen op je blokfluitexamen
      door Peter Sneep, Nederlands Dagblad, 16 april 2005
      Dertien leerlingen van blokfluitopleiding Few uit Wezep doen vandaag examen. Het examen is er niet alleen om het niveau te bepalen, het is ook een stimulans om mooi te spelen, vindt docent Herman Kaldeway. "Het blokfluitexamen is een goede stimulans voor de deelnemers. Meer niet."
       

    Terug naar boven


    wit vlak
    © F. de Meijer 2004 -