Gastcolums
wit vlak
pijl

Zoekscherm:


wit vlak
wit vlak

Home » Gastcolums


Pikiran
Gastcolumns van derden. Als u wilt reageren op de columns, dan kunt u gebruik maken van het gastenboek.


Inhoudsopgave:

Wat is Indisch Erfgoed?
door Joty ter Kulve [1]

Wassenaar, 20 maart 2008


In een recente rede meldde de Amerikaanse presidentskandidaat en senator Barack Obama onder andere: "Ik ben nooit zo naïef geweest om te geloven dat wij onze raciale verschillen achter ons kunnen laten in een verkiezingsronde, of met een enkele kandidatuur. Maar ik heb wel getuigenis afgelegd van mijn sterke overtuiging dat we door samen te werken een paar oude raciale wonden kunnen helen. Voor de Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap houdt dat in dat wij de lasten van ons verleden moeten omhelzen zonder slachtoffers van dat verleden te worden."

Barack Obama | Foto: United States Senate
Barack Obama
Foto: United States Senate

Zowaar profetische woorden. Zijn die woorden ook relevant voor de huidige situatie in Europa en Nederland?

Mijns insziens voor Nederland wel, omdat de woorden van Obama ons zouden moeten aanmoedigen in ons eigen verleden te duiken, met name het voormalige Nederlands-Indië. Veel van de huidige discussies in ons land en het Nederlandse beleid van de afgelopen decennia wat betreft immigratie zijn misschien een direct gevolg van het feit dat wij in onze recente historie misschien geen discussie hebben gevoerd over discriminatie in het voormalige Nederlands-Indië.

Obama is net als de grote Indische gemeenschap een kind van twee culturen, twee rassen. Hij vertegenwoordigt misschien wel miljarden mensen, die eveneens het kind zijn van twee of meer verschillende culturen en rassen. Hoe de mondiale gemeenschap al deze mensen hun rechtmatige plaats in de geschiedenis kan geven is van cruciaal belang voor de wereldvrede.
Voor een studie en analyse van het bovengeschetste fenomeen van "gemengd bloed" hoeven we niet ver te reizen. In Nederland hebben wij een grote groep mensen in ons midden, die tot deze categorie behoren.

Hoe gaan zij en hoe zijn onze voorouders met het gegeven 'rassendiscriminatie' omgegaan? Zowel persoonlijk, zakelijk, politiek als moreel. Is daar voldoende onderzoek naar gedaan?

Bewustwording
Al vanaf de Tweede Wereldoorlog, toen de grote exodus van Nederlandse burgers uit het voormalige Nederlands-Indië heeft plaatsgevonden (ook als gevolg van het niet aanvaarden van de overeenkomst van Linggadjati) heeft de Indische gemeenschap bij monde van sommige individuen een eigen plaats proberen te veroveren in het Nederlandse landschap. Ik denk daarbij onder andere aan Tjalie Robinson, Adriaan van Dis of Marion Bloem.
Tastend is het proces op gang gekomen. Een paar jaar geleden heeft Ralph Kneefel met een team van geëngageerde mensen in Apeldoorn aan deze onderzoekingsreis verder gestalte gegeven door de oprichting van de werkgroep Indisch Erfgoed Apeldoorn.
Zo kreeg voor het eerst in de geschiedenis het begrip "Indisch erfgoed" gestalte.

Wat omvat Indisch erfgoed? Wat heeft de werkgroep in gedachten als zij het heeft over Indisch erfgoed? Omvat Indisch erfgoed alles wat door de ontmoeting van twee of meerdere culturen is ontstaan?

Frans de Meijer en Joty ter Kulve | Foto: Jos Moal
Frans de Meijer en Joty ter Kulve | Foto: Jos Moal

  1. De Indische mens? Product van twee of meer culturen?
  2. De monumenten en gebouwen die zijn blijven bestaan uit die periode?
  3. Literatuur, muziek, dans, gezinsleven met een eigen gezicht?
  4. De Japanse concentratiekampen, het drama Ambon?
    De concentratiekampen tekenden duidelijk de scheiding van de twee culturen en rassen. De 'blanke mens' werd geïnterneerd. De Indische mensen werden door de Japanners gelijkgesteld aan de Indonesiërs en hoefden het kamp niet in. Wat betekende dit voor de desbetreffende mensen?
  5. Hebben de Indische mensen de volledige verantwoordelijkheid op zich genomen voor hun eigen leven? Hebben de kinderen hun ouders gevraagd of die ooit gediscrimineerd zijn geworden? Met wie identificeerden de Indische mensen zich? Uitgezonderd een enkeling zeker niet met de Indonesiërs. Hebben wij onze kinderen geleerd dat, ook al stuiten zij in hun eigen leven op de uitdagingen van discriminatie, zij nooit mogen toegeven aan wanhoop of cynisme. Dat zij altijd moeten blijven geloven dat zij hun eigen lot in handen hebben?
Zie hier waartoe ik werd gebracht bij de gedachte dat er zoiets als een "Indisch erfgoed" bestaat. En wat wij mede vorm kunnen geven in het Indisch Herinneringscentrum.

OVER DE AUTEUR
[1] Mr. Joty (W.J.) ter Kulve-van Os (Semarang, 1929) is na de oorlog geëvacueerd naar Nederland. Zij heeft Indisch Recht gestudeerd en voltooid in Utrecht. Ter Kulve heeft lang in het buitenland (zowel in Europa als de VS) gewoond en gewerkt. Met haar broer heeft zij vier jaar geleden de Stichting Vrienden van Linggarjati opgericht. Het Linggarjati Museum bevindt zich in haar ouderlijk huis, dat in 1931 door haar vader is gebouwd.

Terug naar boven


Indische vrijheid van meningsuiting
door Kirsten Vos [1]

20 februari 2008


Vrijheid van meningsuiting is een van onze grote verworvenheden als democratische samenleving. Maar is het zo dat je als kunstenaar écht alles kan zeggen, of zijn er taboes waar je je zelfs als kunstenaar niet aan wil branden? Zijn er taboes die zo pijnlijk zijn dat je eigen gemeenschap je erop aan zal kijken als je daar een bepaalde afwijkende mening in je kunst tot uiting brengt?

Over deze vragen is een discussie-evenement in ontwikkeling voor kunstenaars, dat in verschillende Nederlandse steden deze vraag aan de kaak wil stellen. Vraag aan jullie is: bestaat er in Nederland nog zulke Indische controversiële kunst? Zijn er Indische kunstenaars die niet voor hun mening uit kunnen komen, vanwege de gevoeligheden die ze aan zullen snijden?

Bron: De (Groene) Amsterdammer 23 november 1902 | Tekening: Johan Braakensiek
Van Kol, kamerlid voor de SDAP tot oud-minister van Koloniën en ex-planter Cremer: "Wat zegt U daar nu van?" Cremer: "Ja wij Delimannen ... zwijgen liefst daarover."
Spotprent uit: De (Groene) Amsterdammer 23 november 1902 | Tekening: Johan Braakensiek
Klik voor een groter beeld

Als blijkt dat er ook in de Indische cultuur controversiële kunstenaars zijn, kunnen die thema's mogelijk toegevoegd worden aan het eerder genoemde discussie-evenement.

lijn

Kirsten Vos plaatste bovenstaande tekst op de (besloten) fora Nederlands Indië hyves en de Nederlands Indische hyves. De overheersende reactie die zij hierop tot nu toe kreeg is dat Indo's nog altijd van kunstenaars verwachten dat zij rekening houden met gevoeligheden in de samenleving.
Zij is heel erg benieuwd naar meer meningen hierover: Hebben jullie het gevoel dat jullie je mening alle ruimte kunnen geven in je werk, of hou je je in omdat je de (Indische) samenleving niet wil kwetsen? Zijn er Indische kunstenaar die een uitgesproken mening hebben en hierdoor controversieel zijn?
Reacties kunnen worden geplaatst in het gastenboek. Ik stuur deze dan door naar Kirsten Vos.

OVER DE AUTEUR
[1] Kirsten Vos is communicatieadviseur bij het Ministerie van VROM en de Nederlandse Emissieautoriteit. Zij publiceerde in 2007 haar onderzoek (masterthesis) naar de de betekenis die de repatriëring in de jaren '50 had voor de Indische Nederlanders in Indonesië (zie mijn eerdere log. Dit jaar studeert zij af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Terug naar boven


Het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek (IHCB)
door Joty ter Kulve [1] en Carla Eysma [2]

Arnhem, 8 januari 2008


2008 wordt een bijzonder jaar voor de voormalige Nederlandse, Nederlands-Indische, Molukse en andere inwoners van het nu virtuele Nederlands-Indië. Een land dat niet meer bestaat.

In de tweede helft van de twintigste eeuw heeft tweederde van de wereldbevolking zich van haar koloniale afhankelijkheid bevrijd en is burger geworden van een eigen onafhankelijke staat.
Gaandeweg begon men zijn verleden, mythes en wortels, zijn geschiedenis en zijn identiteitsgevoel te hervinden.
Ook in het voormalige Nederlands-Indië ging de ondergang van het koloniale tijdperk gepaard met grote moeilijkheden, conflicten en tragedies.

Bersiap
De "Indische" gemeenschap in en buiten de Japanse concentratiekampen, die de oorlogsjaren hadden overleefd, belandden direct na de capitulatie van Japan in een koloniale oorlog: de bersiap. Deze periode eiste aan Nederlandse en Indonesische zijde veel slachtoffers.

Toen duidelijk werd dat de Indonesische natie een historische, politieke realiteit was geworden en wereldwijde erkenning kreeg, waren de verhoudingen tussen beide landen zo verstoord geraakt dat de voormalige heersers van de archipel niet meer welkom waren.
Een enorme volksverhuizing vond plaats. De voormalige bewoners van het - nu virtuele - land pakten hun schamele bezittingen bij elkaar en reisden per boot en vliegtuig naar Nederland en andere verre landen.

Joty (W.J.) ter Kulve-van Os | Foto: Dorothee ter Kulve
Joty ter Kulve | Foto: Dorothee ter Kulve

Vergeten oorlog
In Europa arriveerden zij in een continent, dat zich nauwelijks had bevrijd van een dictator. Overal trof men de puinhopen aan van oorlog. Europa moest weer worden opgebouwd. En zo kwam het dat veel van de emigranten uit een ver en onbekend Nederlands-Indië bij hun aankomst in Europa en elders de verhalen over de ondergane gruwelijkheden van de Japanse bezetting, de honger en de dood in zichzelf begroeven. De oorlog in dat verre Indië werd zo ook voor veel van hun nazaten, een vergeten oorlog. Niet alleen waren ze hun aardse eigendommen kwijt, maar met de oorlog werden ook hun herinneringen begraven.

Carla M. Meek-Eysma | Foto: Hetty Naaijkens-Retel Helmrich
Carla Eysma | Foto: Hetty Naaijkens

Herinneringscentrum
Het siert de Nederlandse regering dat zij nu, 63 jaar na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, het besluit heeft genomen in Arnhem een Herinneringscentrum te vestigen, waarin plaats is voor alle herinneringen van hen, die moesten worden achtergelaten. Maar ook voor de overlevenden van nu.
Een Herinneringscentrum als een waardig eerbetoon aan al het verdrongen en verdronken leed in het Verre Oosten.
In het Herinneringscentrum moet plaats zijn voor een "Klaagmuur", waar het zuchten en het leed van die jaren ons kan omringen. De onmenselijkheid, onrecht en de pijn van de Japanse bezetting, de daarop volgende koloniale oorlog. Een klaagzang tegen al die oorlogen, die nog steeds onze planeet bevuilen.

Tegelijkertijd moet er in het Herinneringscentrum plaats zijn voor een "Stilte Centrum", waar plaats is om te rouwen en innerlijke vrede te vinden.
Echter het Herinneringscentrum betekent ook een teken van Hoop, Kracht, Overwinning: De Geest overwint.
Want we hebben overwonnen. Wij, die bewoners van dat nu virtuele land, zijn uitgestroomd naar alle delen van de wereld en hebben onze levens weer opgebouwd. Onze kinderen zijn overal in de wereld geïntegreerd en geassimileerd. Voorwaar het nu virtuele Nederlands-Indië heeft zijn zonen en dochters, die zo beproefd waren door het leed tot wereldburgers gemaakt.

Tot op vandaag de dag vinden er op onze kleine planeet weer ware volksverhuizingen plaats. De huidige wereld is multi-etnisch en multicultureel geworden. En iedereen vraagt om erkenning en een eigen plek aan de tafel van de wereldvolkeren.
Wij hebben de volksverhuizing doorstaan; we hebben het allemaal aan den lijve meegemaakt. Zo kan het verhaal van het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek een baken van hoop worden voor al die mensen, die neerstrijken, neergestreken zijn in Europa in Nederland en elders.

Weinig reactie
Als Indische Nederlanders van de eerste generatie zijn we trots dat na zovele jaren eindelijk een Indisch herinneringscentrum wordt gerealiseerd. Maar ook een beetje teleurgesteld, want nadat de Staatssecretaris van het Ministerie van VWS in 2007 haar besluit wereldkundig had gemaakt, is er tot op heden weinig door de Indische gemeenschap in Nederland gereageerd. Net als bij de andere herinneringscentra (Westerbork, Amersfoort en Vught) Westerbork, Amersfoort en Vught) zou de gehele Indische gemeenschap moeten staan achter het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek en zijn stem laten horen.

OVER DE AUTEURS
[1] Mr. Joty (W.J.) ter Kulve-van Os (Semarang, 1929) is na de oorlog geëvacueerd naar Nederland. Zij heeft Indisch Recht gestudeerd en voltooid in Utrecht. Ter Kulve heeft lang in het buitenland (zowel in Europa als de VS) gewoond en gewerkt. Met haar broer heeft zij vier jaar geleden de Stichting Vrienden van Linggarjati opgericht. Het Linggarjati Museum bevindt zich in haar ouderlijk huis, dat in 1931 door haar vader is gebouwd.
[2] Carla M. Meek-Eysma (Bandung, 1925) heeft zowel de perioden voor, tijdens en na de oorlog, en daarna de totale repatriëring vanaf 1950 meegemaakt. Zij ondersteunt Joty ter Kulve daarom graag met dit initiatief, onder meer door daadwerkelijk haar ervaringen ten dienste stellen om een goed Indisch Herinneringscentrum in de nabije toekomst mede te ontwikkelen.

Terug naar boven


Indomania!
door Yvonne Lesser

18 december 2006


Op 16 december 2006 vond in Vakzuid (Olympisch Stadion, Amsterdam) voor de tweede keer de manifestatie Indomania plaats, dat werd georganiseerd door de gelijknamige vereniging "voor mensen met belangstelling voor de Indische/Indonesische cultuur".
Ik kon daar zelf - aduhai - niet bij aanwezig zijn. Yvonne Lesser ging wel en was bereid een impressie te schrijven, besluitend met een herkenbare zoektocht naar het eigen 'Indisch bewust-zijn':

Wat was er onder andere te beleven tijdens Indomania?
Voor de kleine en grote mensen was er de bevlogen verhalenverteller Martijn Apituley. Hij vertelde met veel lichaamstaal het Moluks sprookje van prins Sjarkan en prinses Doniazad. In het dynamisch vertelde verhaal zaten veel levenswijsheden in over liefde, strategisch handelen, integratie, de mensentypen, de wil om een doel te bereiken en het geloof en vertrouwen van de mens.
Verder was er een debat over Indische ouderenzorg ("Oud & Indisch").
Een aantal solisten hebben klassieke muziek ten gehore gebracht. Er kwam ook een verrassingsgast een optreden geven. Niemand minder dan Anneke Grönloh! Wat een krachtige stem!
Verder waren er stands van het Indisch antiquariaat Max van Til, eten van De Lachende Javaan, sierarden en jurken van Alexander Willem van den Worm.

Het publiek was gemiddeld midden veertig. Ook kinderen en ouderen waren aanwezig. Ik hoorde van een insider dat de meeste aanwezigen kunstzinnige typen zijn. Volgens deze insider zijn er in Nederland ruim 300 groepen van Indische en Molukse mensen! En de 'Indomania-mensen' vormen er een groep van.
Over de locatie valt te zeggen dat het trendy is maar wel een warme sfeer heeft. Veel mensen rookten maar er is een goed ventilatiesysteem.
Bij de toegangsdeur stonden twee blanke kasten van mannen en bij het betalen van de intree werd je gevraagd om je gegevens achter te laten om als donateur (d.m.v. de net betaalde intree) op de hoogte gehouden te worden van Indomania e.a. In ben benieuwd, ...

Poster van de Indomania-manifestatie | Ontwerp: Peter van Dongen
Poster van de Indomania-manifestatie
Ontwerp: Peter van Dongen

Zijn de Nederlandse Indo's in de 21ste eeuw manisch geworden?
Leden zij eerder wellicht onder een specifiek en sociaal-cultereel bepaald soort van depressie, een 'Indodepressie'? Is het mogelijk dat ontwortelde mensen uit een warm tropisch land met een rijke en oude cultuur, eeuwenlang tweederangs burger op eigen bodem, niet manisch-depressief worden als ze ineens in een kille, kleingeestige en kapitalistische cultuur terecht komen?

Moet je niet wel een beetje manisch in aanleg zijn om als volwassen mens van gevorderde leeftijd (als gezegd, schat ik de gemiddelde leeftijd van de aanwezigen op midden veertig) op een georganiseerde manier met mensen te socialiseren omdat ze gelijksoortige ervaringen en wortels hebben? Je begeeft je voor enkele uren buiten je alledaagse omgeving en geeft je over aan een ondefinieerbaar gevoel van saamhorigheid. Ik heb wel eens gelezen dat de mens na zijn geboorte een groot verlangen heeft om zich te verbinden met zijn omgeving.
De baby wil en zoekt een band met zijn opvoeders en de dingen die hij kan zien, horen, voelen, proeven, en ruiken. Volgens mij houdt dit verlangen nooit echt op, maar kan het wel worden verdrongen of worden tegengewerkt. Misschien is nu de tijd gekomen dat wij toegeven aan deze verlangens en de meest voor de hand liggende weg inslaan, dat wil zeggen: ons verbinden met wat ons raakt, met de mensen die dichtbij onszelf staan.

Waarom ging ik naar Indomania?
Twaalf jaar geleden ben ik naar Nederland gekomen, als bevoorrechte immigrant met een Nederlands paspoort dat ik dankzij mijn Nederlandse moeder in mijn geboorteland Duitsland kon aanvragen. Mijn emotionele reden was dat ik wilde vluchten uit mijn toenmalige realiteit en ook back to the roots wilde gaan. Eerst naar Nederland, later naar Indonesië, het geboorteland van mijn moeder.
Dit jaar heb ik met enige (emotionele) inspanning en angst mijn oma in Nederland van een aanleunwoning met allemaal blanke mensen naar een Indisch verzorgingshuis verhuisd. Tot mijn grote vreugde is zij nu voor haar gevoel back to the roots terwijl zij haar hele leven gedacht heeft dat zij Nederlandse is, haar mooie gezicht dichtgesmeerd heeft met poeder, nauwelijks contact had met Indische mensen en aan iedereen die het wilde horen vertelde dat zij van aardappelen houdt. Jammer dat zij pas op haar 83ste kan toegeven aan haar verlangens!
Ik ben door het hele proces van de verhuizing dichter bij haar en bij mezelf gekomen en voel nu een behoefte mijn Indische aandelen in mijn persoonlijkheid te ontplooien. Indomania!

Als je wilt reageren? Graag!

Terug naar boven


wit vlak
© F. de Meijer 2001 -